Ruggenprik tijdens de bevalling

Wat is een ruggenprik?
Bij een ruggenprik wordt er door een anesthesist pijnstillende medicijnen toegediend via een slangetje tussen je ruggenwervels. Je zenuwen worden verdoofd, waardoor je de pijn van de weeën niet of bijna niet meer voelt.
Na zo’n 10-20 minuten merk je het verdovende effect. Je hebt dan ook minder spierkracht in je onderlichaam. Het kan zijn dat je bloeddruk lager wordt of dat de hartslag van je baby vertraagt. Je krijgt dan meer vocht toegediend en/of een medicijn om je bloeddruk weer op peil te brengen. De ruggenprik kan ervoor zorgen dat je niet meer voelt of je moet plassen; je krijgt daarom een slangetje naar je blaas om je blaas te legen.
Een ruggenprik is de sterkste vorm van pijnstilling. In tegenstelling tot pethidine en remifentanil wordt je er niet suf van. Een risico van de ruggenprik is dat je weeën afnemen. In dat geval moet er oxytocine worden toegediend om de bevalling weer op gang te brengen.
Wanneer kies je voor een ruggenprik?
Je kunt op ieder moment van de bevalling vragen om een ruggenprik. Hou er rekening mee dat het tot 1 uur na je aanvraag kan duren tot de verdoving is toegediend, in verband met de nodige voorbereiding en beschikbaarheid van de gynaecoloog en anesthesist.
Vanaf 7 centimeter ontsluiting wordt er vanwege de nodige wachttijd geen ruggenprik meer gezet. Als je bevalt van je eerste kindje en je lichaam nog nooit het persen heeft ervaren, is het vrijwel altijd nodig om de verdoving er voor de persfase uit te halen. Zo voelt je lichaam beter wat het tijdens de persfase moet doen.
Als je bevalt van je tweede of derde kindje en goed voelt hoe je moet persen, kan het zijn dat de ruggenprik niet wordt ‘uitgezet’.
Ruggenprik voor- en nadelen
Hieronder vind je een overzicht van de voor- en nadelen van een ruggenprik:
Voordelen | Nadelen |
---|---|
De ruggenprik is de meest effectieve pijnstiller en kan de pijn van de weeën helemaal wegnemen. | De ruggenprik kan ervoor zorgen dat de ontsluiting sneller vordert, maar het kan ook het tegengestelde effect hebben. In dat geval moet er oxytocine worden toegediend om de bevalling weer op gang te helpen. |
De ruggenprik kun je van alle vormen van pijnstilling het langste gebruiken. | Als je de ruggenprik langdurig gebruikt, kun je koorts krijgen. Omdat het dan niet zeker is of het van de ruggenprik of van een infectie komt, krijg je voor de zekerheid antibiotica toegediend. Dit komt via jouw bloed ook bij je kindje terecht. |
Als jij al vroeg in de bevalling uitgeput bent, helpt een ruggenprik goed om nog even te rusten of slapen. | Omdat je onderlichaam verdoofd is, kun je niet meer vrij bewegen. Daarbij ben je verbonden aan een infuus, een blaaskatheter, een bloeddrukband en een CTG-apparaat. |