Liggingen van de baby

Ligging van de baby voor de bevalling
Hoe de baby in jouw baarmoeder ligt, heeft grote invloed op het bevalproces. De meeste baby’s liggen vanaf het einde van de zwangerschap in de achterhoofdsligging, de ideale ligging voor de geboorte.
Maar het kan ook zijn dat jullie kindje in bijvoorbeeld een stuitligging of in de sterrenkijker-houding ligt. Dit kan de bevalling moeilijker maken en het kan risico’s met zich meebrengen. Hieronder lichten we de verschillende liggingen toe en wat je mogelijkheden zijn voor de bevalling.

Achterhoofdsligging
Veruit de meeste baby’s liggen voor de bevalling in de achterhoofdsligging. Hierbij ligt de baby met het hoofdje naar beneden, met het achterhoofd richting jouw buik. Dit is de ideale ligging voor een geboorte, omdat het kindje zo goed kan bewegen door de vorm van het bekken. De meeste baby’s komen vanaf week 32/33 vanzelf in deze houding en blijven zo liggen, omdat er steeds minder ruimte is in de baarmoeder om te bewegen.

Sterrenkijker
Bij een sterrenkijker ligging ligt je baby wél met het hoofd naar beneden, maar ligt het gedraaid. Het kijkt dan – wanneer jij op je rug ligt – dezelfde kant op als jij, richting de sterren.
Door deze houding kunnen de fontanellen van de baby minder makkelijk over elkaar schuiven en is het hoofdje dus groter tijdens de geboorte. Daardoor worden bevallingen van een sterrenkijker als lastiger en/of pijnlijker ervaren. Toch bevalt zo’n 5-8% van de vrouwen van een ‘sterrenkijker’.

Stuitligging
Bij een stuitligging ligt jullie kindje met het stuitje of de voeten naar beneden. Zo’n 4 op de 100 baby’s liggen bij 36 weken zwangerschap in stuitligging. Vaak is hier geen aanwijsbare oorzaak voor te vinden. De verloskundige zal een uitgebreide controle doen en kan zo inschatten of het nog mogelijk is om je baby te draaien.
Als het niet lukt om je baby te draaien, kun je de keuze maken tussen een natuurlijke bevalling of een keizersnede. Bij een natuurlijke stuitbevalling is de kans op complicaties groter, zo’n bevalling dient daarom altijd in het ziekenhuis te gebeuren.
De baby draaien bij een stuitligging
Als jullie baby in stuit ligt, kan het ‘uitwendig gedraaid worden’. Dit gebeurt in het ziekenhuis door een verloskundige of gynaecoloog. Deze zullen met hun handen het kindje uitwendig proberen te draaien door de billen omhoog te duwen en het hoofdje naar beneden. Dit kan een vervelend of pijnlijk gevoel geven. Maar als het lukt, in zo’n 4 van de 10 gevallen, heb je daar veel profijt van tijdens de bevalling!
Door gedurende de laatste weken van je bevalling veel in beweging te blijven, door te lopen of zwemmen, vergroot je de kans dat je kindje van nature in de achterhoofdsligging gaat. En als je kindje al in stuit blijkt te liggen, helpt het om letterlijk af en toe even op z’n kop te staan.