Inleiding van de bevalling

Waarom een bevalling inleiden?
Om verschillende redenen kan het beter zijn om de bevalling in te leiden in plaats van te wachten op een natuurlijk begin van de bevalling. Mogelijke redenen zijn:
- Je bent overtijd. Dat is niet de directe reden. Maar als je tegen de 42 weken zwanger bent, zal je verloskundige onderzoeken of er nog voldoende vruchtwater is en of de conditie van jullie baby goed is. Uit deze onderzoeken kan blijken dat het verstandiger is om de bevalling in te leiden in plaats van af te wachten op een natuurlijke start.
- Langdurig gebroken vliezen. Als je vliezen zijn gebroken, maar de bevalling na 24 uur nog niet op gang is gekomen, wordt de kans op infecties groter. Je verloskundige kan dan samen met jullie besluiten om de bevalling in te leiden.
- Groeivertraging. Als je baby minder goed groeit of er minder vruchtwater in de baarmoeder is, kan het verstandiger zijn om de bevalling in te leiden.
- Gezondheid van jou als moeder. Als je last hebt van zwangerschapsdiabetes of een verhoogde bloeddruk kan het ook noodzakelijk zijn om de bevalling in te leiden.
Hoe verloopt een inleiding van de bevalling?
Een inleiding van de bevalling verloopt in twee fases:
- Het rijpen van de baarmoedermond (je baarmoedermond zal moeten verweken en al een stukje open moeten staan om naar de volgende fase te gaan)
- Doorleiding (de bevalling in gang zetten door de vliezen te breken of weeën te stimuleren met weeënopwekkers)
Kiezen jullie voor een inleiding van de bevalling, dan zal de verloskundige onderzoeken of je baarmoedermond al een beetje ontsloten is. Als dat niet zo is, begint de inleiding met het rijpen van de baarmoedermond. Als je wel al een beetje ontsluiting hebt, ga je meteen naar ‘fase 2’.
Inleiden met ballonkatheter
Het rijpen van de baarmoedermond kan op twee manieren. Als je al beginnende ontsluiting hebt, zal er vaak worden gekozen voor een ballonkatheter (ook wel foleykatheter genoemd). Dit is een dun slangetje met aan het einde een ballonetje. Dit slangetje wordt vaginaal bij jou ingebracht, in de baarmoedermond. Het ballonetje wordt gevuld met water. Zo ontstaat er een druk op jouw baarmoedermond en de ontsluiting vorderen. Je lichaam zal als reactie op de ballonkatheter hormonen aanmaken die zorgen voor een rijping van de baarmoedermond.
In de meeste gevallen mag je met een ballonkatheter gewoon weer naar huis. De volgende dag wordt onderzocht of het gewenste effect is bereikt. Zo ja, ga je door naar het doorleiden van de bevalling. Zo niet, kan de ballonkatheter nog even blijven zitten, of – als deze uit is gevallen – opnieuw worden geplaatst.
Inleiden met hormonen
Het kan zijn dat een ballonkatheter bij jou geen optie is. Bijvoorbeeld omdat je nog geen ontsluiting hebt, of omdat deze niet het gewenste effect heeft gehad. Dan kan ervoor worden gekozen om de bevalling in te leiden met hormonen (prostaglandinen). Je krijgt tabletjes met prostaglandinen die je oraal inneemt.
Er is ook een mogelijkheid om deze hormonen vaginaal toegediend te krijgen, maar meestal wordt er voor tabletjes gekozen.
Bij een inleiding met hormonen blijf je in het ziekenhuis. Jouw conditie en die van je baby worden goed in de gaten gehouden met een CTG-apparaat. Zorg er dus voor dat je de vluchttas bij je hebt!
De tweede fase van de inleiding
Als jouw baarmoedermond voldoende is gerijpt, ga je naar de tweede fase van de inleiding. De bevalling wordt doorgeleid met het breken van de vliezen; hiermee krijgt je lichaam het signaal om oxytocine te gaan aanmaken.
Mochten je weeën niet goed op gang komen, dan krijg je oxytocine toegediend via een infuus. Dit gaat niet meteen van 0 naar 100, maar wordt geleidelijk opgebouwd. Hierbij worden je weeën goed gemonitord met een CTG-apparaat. De rest van de bevalling verloopt zoals iedere andere bevalling.